Saturday, August 22, 2009

vakantie


Je weet dat ik een hekel heb aan dat gesleep met vachten. Ik zal je vertellen, dat ze het wéér gedaan hebben. De hele zooi weer in het leukedingendoosje geladen en gelukkig kwamen we weer in het bos terecht. Daar heb ik heel wat vossensporen gevonden. Deze vossen waren heel wat slimmer dan die bij mij op het Amstelveld waar ik laatst de staart van vond. Deze hadden hem allemaal nog. Kwam ik nog een hert tegen. Helaas had ik de dikke meegenomen op de wandeling. Ze roept:"Vóór"en "Naast!"en nog zo wat. En ik ? Wat doe ik, sukkel? Ik kom... ga naast haar zitten en ...had het nakijken. Ik keek naar de dikke op en ze zij: "Braaf!" Ja, dáár koop ik wat voor! Ik had hem kunnen hebben. Ik had hem aan haar voeten willen leggen om eerbiedig te wachten of ze een stukje voor me over zou laten. Maar zíj roept "Voor"en ik zit ernaast. Heel mijn dag verpest. Als je dan denkt dat je alles gehad hebt, komen ze thuis met nieuwe hoeven! Dozen en dozen vol. Er was voor mij geen plek meer om te liggen! Dat moest allemaal mee naar huis in het leukedingendoosje! Ik zat helemaal klem. Die hoeven ruiken overigens heerlijk. In mijn prille jeugd heb ik wel eens geprobeerd er een op te eten, maar daar ben ik mee gestopt. Waarom, weet ik niet meer. Verdrongen zeker.

mijn beste vriendin


Dit is mijn vriendin.
Ze heet Madelief. Ze is de beste blaffer,
die ik ken.
Daar kan ik nog veel van leren!

Thursday, August 20, 2009

zoek de zon op, dat is zo fijn....



Zoek de zon op, dat is zo fijn.....
Dat noemen ze dan vakantie. Ik kom nog overspannen terug!

Monday, August 17, 2009

Thursday, July 30, 2009

Wat ik nou heb!

Ze hadden het weer, mijn mensen, en het was niet de eerste keer !
Ik werd al direct achterdochtig. Ze liepen door het huis te sjouwen en stapten steeds over me heen met hun handen vol van hun eigen vachten. Beangstigend! Toen verschenen de grote koffers. Daar gingen al hun vachten in. En hun boeken. Wat ze dáár in zien... hele dagen zitten ze daar met hun neuzen in en ze ruiken niet eens lekker.
Dan wordt het interessant. Die koffers gaan in het leuke-dingen-doosje . Dat heeft wielen. Heel veel! Ik ben er een paar keer omheen gelopen om ze te tellen. Het zijn er meer dan ik tenen heb!
Als het zo ver is wordt ik zenuwachtig. Dan ga ik meelopen. Heen en weer, heen en weer. Net zo lang tot zíj zenuwachtig worden. Helpen doet het wel, want ik mag dan op het leuke-dingen-doosje passen tot zij er ook instappen. Dan gaan we rijden. Weet je wat zo leuk is? Hoe harder ik blaf en gil, hoe harder het doosje rijdt! Wat ben ik blij dat ik dat ontdekt heb! Anders kwamen we nooit ergens. Als we eenmaal rijden is het echt dolle pret.
We komen altijd in een bos terecht, waar ik dezelfde spelletjes doe als in het park, maar dan zonder toeristen. We blijven daar een paar nachten en dan begint het hele gedoe opnieuw. De vachten worden verzameld, alles gaat in het leukedingendoosje en we rijden weer naar de stad. Dan moet alles er weer uit. Ik jammergenoeg ook. Het is te waarderen dat ze al die moeite doen om mij in het bos te laten spelen. Van mij mag het elke dag!

Monday, July 13, 2009


Weet je wat ik ook zo leuk vind? Van die kleine mensjes. Ze hebben hoge stemmetjes en ze ruiken vaak naar koek. Gisteren en eergisteren hadden we een klein mensje. Ik ben dol op haar! Ze noemen haar Alexandra. Dat klinkt toch een klasse beter dan Polleke... ze kunnen het dus wel! Alexandra dus. Over haar kan ik veel vertellen. Weet je wat ze allemaal kan? Ze kan schilderen! Ze heeft een portret van mij geschilderd en het lijkt voortreffelijk! Jammer dat het niet naar mij ruikt, dat zou nog beter zijn! Een bal gooien, daar is ze ook heel goed in. Ik ben voorzichtig dat ik niet in haar hand bijt als ze de bal opraapt. Ik zou de snelste willen zijn, maar ik gun het haar. Verder kan ze ook geweldig aaien en ze houdt het ook langer vol dat de dikke en de dunne, mijn eigen mensen. Wat nou zo jammer is, is dat die kleine mensjes maar één nachtje blijven .

Ik ben Polleke


Mijn naam is Polleke. Een belachelijke naam voor iemand als ik, maar we doen het ermee. Ik heb twee mensen. Een dikke en een dunne. Twee is wel wat veel, maar welke doe je weg? Ze zijn allebei even leuk. Eerst had ik alleen die dikke. Dat was lachen! Die trok ik als ik haar uitliet altijd met haar tanden over de straat. Ze staan er zelfs een beetje scheef van. Dat kan je zien als ze lacht. Ze lacht heel vaak om mij.
Vroeger woonde ik op het platteland. Sinds twee zomers woon ik in een grote stad. Leuk hoor! Ze hebben speciaal een park voor me aangelegd en daar spelen we elke dag. Ze zorgen ervoor dat er elke dag toeristen zijn. Weet je wat dat is, een toerist? Dat is een mens die zijn hond thuis laat om met mij in het park te spelen. Ze zijn enig. Ze hebben alle tijd om met mij te spelen, omdat ze hun eigen hond niet uit hoeven te laten. In het park zijn ook brandweerlieden. Dat zijn grote mannen met blauwe t-shirts aan, die zich in het zweet lopen te rennen en ze zitten niet eens achter een fiets aan of zo. Zíj kunnen het verst gooien met mijn bal. Als ze hem te pakken kunnen krijgen dan. Meestal ben ik sneller.
Soms is die dikke wel erg lui. Dan heb ik een uur zitten wachten onder aan de trap, omdat ze zo nodig onder een waterstraal moet staan, waaronder ik nog niet dood gevonden zou willen worden. (Het zou toch voldoende moeten zijn om, zoals ik, even je voetzolen te likken!) Dan moet ze haar vacht verwisselen. ( Dat doen ze allebei elke dag!) Gaan we eindelijk naar buiten, denk ik :"Hoera Park!" gaat ze met me naar het pleintje op de hoek! Is dat balen! Laatst was het daar wel spannend. Ik rook de geur van een dier. Een vos. Die geur ken ik nog van vroeger. Ik dacht nog :"Een vos op zo'n pleintje...?". Ik volgde mijn neus. Ik vond de vos! Nou ja... alleen zijn staart. Die dikke riep nog:"Dat is niet van jou!" Alsof ik dat niet wist. Ze pakte de staart op en er zaten sleutels aan. Heel veel. Eigenlijk vond zij het toen pas interessant worden. We vonden nog meer rommel. Ik hoopte op een beloning, maar zelfs de staart kreeg ik niet. De dikke ging naar het politiebureau om de spullen weg te geven aan zo'n agent. Stom hoor, daar hadden we zo'n plezier mee kunnen hebben. Zij had het kunnen weggooien en ik had het dat weer kunnen gaan halen. Ik had haar kunnen laten smeken en dreigen voor ik het zou hebben afgegeven. Allemaal dolle pret! Maar nee zíj gaat er mee naar de politie. Daar aan gekomen ging ik met mijn poten op de bali staan en ik blafte. Ten slotte had ik het gevonden. Die agent was tof, al was het een beetje jammer dat hij niet onder de indruk was van mijn geblaf. Hij wilde de spullen graag hebben. En ik? Ik kreeg niet eens een beloning! Dat heb ik s'middags weer goed gemaakt door de hartige taart op te eten die die dunne gebakken had. De dunne kan aardig koken moet ik zeggen.

Die meneer die op mijn foto staat is Schelto. Hij is mijn held!